Samen het verschil maken voor mensen die hulpmiddelen gebruiken! Dat is wat ons samenbrengt als Academische Werkplaats Hulpmiddelenzorg voor Zelfredzaamheid (AWH-Z).
De AWH-Z is een samenwerkingsverband in de regio Zuid-Limburg dat bestaat uit Zuyd Hogeschool, Universiteit Maastricht, Gilde Opleidingen, Sevagram, CZ, afdeling WMO Heerlen, Ieder(in), Burgerkracht Limburg en waar ook FGL (Federatie Gehandicaptenorganisaties Limburg) partner in is. De AWH-Z is opgericht in 2022 en wordt mede gefinancierd door ZonMw, onderdeel van de Nederlandse overheid dat gezondheidsonderzoek financiert en vernieuwing in de gezondheidszorg stimuleert.
Het doel van deze academische werkplaats is om de samenwerking tussen deze partijen verder te verbeteren, zodat onderzoek en praktijk beter op elkaar aansluiten. In deze academische werkplaats richten we ons op onderzoek naar hulpmiddelen die ervoor zorgen dat mensen met beperkingen op een fijnere manier thuis kunnen blijven wonen. Vergroten de gebruikte hulpmiddelen bijvoorbeeld de ervaren zelfredzaamheid? Tegen welke knelpunten lopen hulpmiddelengebruikers aan bij het aanvragen en verstrekken van hulpmiddelen? Wat is voor mantelzorgers de meerwaarde van het gebruik van hulpmiddelen? Met deze vragen zijn we als AWH-Z aan de slag, uiteraard samen met hulpmiddelengebruikers omdat zij experts zijn en hier de meeste kennis over en ervaring mee hebben.
Hulpmiddelengebruikers en mantelzorgers die verbonden zijn aan FGL denken mee hoe deze onderzoeken zo goed mogelijk aansluiten bij personen die gebruik maken van hulpmiddelen en bij hun mantelzorgers. Ook delen zij hun ideeën over hoe we de resultaten van deze onderzoeken beter kunnen verbinden aan de praktijk. Hoe komt de opgehaalde kennis terecht bij de mensen die hier echt iets aan hebben?
In het eerste onderzoek is een vragenlijst ontwikkeld om knelpunten, wensen en behoeften rondom hulpmiddelen (de producten zelf, maar ook het verstrekkingsproces) op te halen. We hebben zowel een vragenlijst voor hulpmiddelengebruikers en mantelzorgers ontwikkeld als een vragenlijst voor professionals. Helpt u ons mee om de hulpmiddelenzorg voor thuiswonenden mensen verder te verbeteren? Je kunt via onderstaande knop de vragenlijst invullen!
Alvast bedankt voor uw interesse!
Wát een energie komt er vrij als je mensen samenbrengt om kennis en ervaringen te delen over burgerberaden! Op 10 juni organiseerde wij samen met de Gemeente Heerlen en Initiatiefgroep Burgerberaad voor Roermond de bijeenkomst ‘De kracht van Burgerberaad’.
Na een welkom door dagvoorzitter Job Zomerplaag en een enthousiaste opening door Roel Wever, de burgemeester van Heerlen, was het woord aan Eva Rovers van Bureau Burgerberaad. Zij ging in op vragen uit het publiek. Wie haar boek “Nu is het aan ons” kent, kent ook de 10 gouden regels voor een volwaardig burgerberaad. Zij gaf ons deze avond de top 3 en gaf antwoord op vragen als: Wat moet je wel doen en wat juist niet om een burgerberaad tot een succes te maken? Hoe kom je van aanbevelingen naar daadwerkelijke actie en transformatie? En hoe bereik je nou al die mensen?
Willemine Willems van de VU en Esther de Weger van Verwey-Jonker Instituut vertelden over hun project waarbij zij meerdere burgerberaden organiseerden, maar dan net even anders. Als je het anders aanpakt, is het dan nog een burgerberaad, of niet? En is dat erg?
Daarop volgde een geanimeerd panelgesprek met Rachelle Gulikers van de gemeente Heerlen – een gemeente die onderweg is naar een burgerberaad; Thomas Schäfer, betrokken bij het burgerberaad in Maastricht dat al heeft plaatsgevonden en Johan de Wal van de initiatiefgroep Burgerberaad voor Roermond, die graag ziet dat de gemeente een burgerberaad organiseert.
Aansluitend konden deelnemers kiezen uit drie workshops: onder begeleiding van team Burgerbetrokkenheid van de gemeente Heerlen gingen deelnemers aan de slag met een eigen burgerberaad in hun werkgebied/gemeente en namen na afloop een daadwerkelijk plan met ideeën mee terug. Initiatiefgroep Burgerberaad voor Roermond, Michiel, Sjak en Johan deelden hun lessons learned in de vorm van een minicursus Burgerberaad Kungfu, waarbij deelnemers aan de bak moesten met tegenwerpingen en verdedigingen voor een burgerberaad. John Hermans en Michel van Gelder hebben deelnemers laten ervaren hoe het is om met elkaar in dialoog te gaan in plaats van discussies te voeren en samen tot oplossingen te komen aan de hand van de methodiek van sociocratie.
Al met al een mooie avond waar we met veel plezier op terug kijken. We willen alle deelnemers, sprekers, workshopsleiders en de dagvoorzitter van harte bedanken voor alle positieve energie!
De jonge mantelzorger; die ‘onzichtbaarheid’ moet ervan af zodat jonge mantelzorgers zo goed mogelijk geholpen kunnen worden
Eén op de vier kinderen in Nederland groeit op in een gezin waar iemand langdurig ziek is en blijvende zorg nodig heeft. Dat heeft een grote impact op jonge mensen. Maar hun omgeving is zich lang niet altijd bewust van wat de term mantelzorg inhoudt. Docenten niet – maar ook medeleerlingen niet. Eigenlijk zou je daar een tweesporenbeleid op moeten maken: om die bewustwording te kweken. Jonge mantelzorgers voeren taken uit en dragen een verantwoordelijkheid die eigenlijk niet past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Louk maakt zich hard voor de (h)erkenning van jonge mantelzorgers. ‘Die ‘onzichtbaarheid’ moet ervan af zodat jonge mantelzorgers zo goed mogelijk geholpen kunnen worden.
‘Het leven gaat meestal anders dan je denkt; Alzheimer was ons helaas voor’
Louk (65 jaar) is een sportieve, muzikale en energieke man. Veertig jaar lang was hij werkzaam in het basisonderwijs als groepsdocent en muziekleerkracht, en daarna in het voortgezet en speciaal onderwijs.
Bijna was hij zover om samen met zijn vrouw van een welverdiend pensioen te genieten. Het mocht niet zo zijn. ‘Alzheimer was ons helaas voor. Want dát is wat mijn vrouw overkwam en ook nog eens in een progressieve vorm.’ Na de diagnose leek het alsof een schakelaar werd omgezet en het aftakelingsproces begon direct onmiddellijk. Louk zegt zijn baan op om voor zijn vrouw te zorgen, in de hoop om nog zoveel mogelijk samen te ondernemen. Het loopt allemaal anders. ‘Je weet niet wat je meemaakt, een bulk aan informatie komt op je af. Je moet aan zóveel dingen denken; met van alles rekening houden terwijl je eigenlijk nog in een soort ‘treurfase’ zit.’ Twee jaar al houdt hij de zorg voor zijn vrouw thuis vol. Maar het wordt alsmaar intenser en intensiever totdat het echt niet meer gaat. Opname in een instelling is dan de enige mogelijkheid is die overblijft.
Puur toeval; Je wilt het niet, maar het komt op je pad
Je bent al mantelzorger voor je vrouw. Toch heb je ervoor gekozen om je nóg meer in te zetten op het gebied van mantelzorg. Waar dat vandaan kwam? Puur toeval. Ik was lid geworden van een Big Band en kwam daar een bestuurslid van Mantó tegen. Mantó is een koepelorganisatie van Burgerkracht Limburg die de belangen van mantelzorgers in Limburg behartigt. Ik ben altijd maatschappelijk betrokken geweest en wilde actief blijven. Ik heb voortijdig afscheid moeten nemen van mijn werk en dat miste ik. Mijn wereld werd klein. Ik wilde weer opnieuw mensen leren kennen. Dat ‘mensen leren kennen’ doet goed want als je alleen blijft mantelzorgen word je steeds eenzamer en verdrietiger. Maar als je muziek maakt, over je verdriet kunt praten dan lucht dat op. Het is ook een stukje roeping, zendelingendrang. Voor mezelf zitten er persoonlijke redenen achter. Ik word er zélf beter van als ik mensen help. Daarnaast heb ik een connectie met jonge mensen. Ik ben pedagoog en weet hoe jongeren denken. Pubers en jong adolescenten zijn meestal heel erg met zichzelf bezig. De taak van de mantelzorger is juist tegengesteld. Die staat haaks op ‘met jezelf bezig zijn’. Ik heb aan den lijve ondervonden hoe dat werkt. Er wordt voor je bepaald hoe laat je opstaat, op welke tijd je naar bed gaat, hoe lang je van huis bent, naar welke verenigingen je kunt gaan en hoe je mindset is. Je bent heel vaak bezorgd en zorgend bezig. Kinderen zouden een zorgeloze ontwikkeling moeten doormaken maar dat kan dan niet. Mantelzorg – inmiddels weet Louk er tegen wil en dank een hoop van af – is een heel proces waar je doorheen gaat – jong of oud.
Het project ‘Herken de jonge mantelzorger’
Dit project is in 2023 opgestart. Het is een samenwerkingsverband van Knooppunt Informele Zorg, Steunpunt Mantelzorg Westelijke Mijnstreek, Steunpunt Mantelzorg Zuid, Steunpunt Mantelzorg Parkstad, Burgerkracht Limburg en Mantó. Aan dat project verleen ik mijn medewerking. We bieden workshops aan, bezoeken scholen en gaan met het personeel aan de slag. Daarbij ligt de focus op hoe je mantelzorgers herkent op school en in je klas. Er zijn signalen waaruit je kunt afleiden dat een kind thuis misschien te veel taken heeft. Schoolresultaten blijven achter. Kinderen komen vaak te laat of zijn veel afwezig. Zo’n kind ontwikkelt zich anders dan andere kinderen. Kan vaak niet meedoen aan activiteiten. Als je dat leert oppikken, eerder in gesprek gaat, kun je helpen.
Het komt ook vaak niet naar voren vanuit misplaatste schaamte. We bezoeken een school en nemen een ervaringsdeskundige om het verhaal krachtiger te maken. Vaak ben ik dat. Mijn expertise ligt bij het onderwijs maar ook als mantelzorger. In die zin is het een goede combi. Het geeft het verhaal extra body. Daarnaast zou het aantal jonge mantelzorgers in kaart gebracht moeten worden. Een school kan een bepaalde systematiek opzetten zodat ze weten wie mantelzorger is. In de praktijk zou dat kunnen gebeuren door ernaar te vragen bij de aanmelding. Stuur mentoren van het eerste jaar naar thuisgesprekken of zet daar leerlingbegeleiders voor in. Zij zetten zich al in voor de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Hebben wekelijkse gesprekken. Maak er een lespakket van zodat kinderen ook weten dat ze niet de enige zijn die met bepaalde problemen kampen. Een goed voorbeeld is het Emmacollege in Hoensbroek. Hier zijn ze goed op de hoogte van problematieken. Ze hebben maar liefst 12 begeleiders die tijd steken in problematische situaties. Dat is veel, en niet iedere school zal zich dat kunnen permitteren, maar het werkt wel. Of laat mantelzorg als vast onderdeel terugkomen in het profiel Zorg en Welzijn. Eerstejaars leerlingen een aantal weken les geven over wat mantelzorg is. Wanneer ben je mantelzorger en wat betekent het?
Ik dacht: ‘dit neemt het hele kind in beslag. Ze moet permanent aanstaan. Daar werd ik stil van’
“Een gebeurtenis die indruk op me maakte was tijdens een bezoek aan een school in Maastricht. Er werd een filmpje getoond over een jong meisje. Het filmpje liet zien wat ze allemaal moest doen voor haar moeder. Aan de ene kant die werkdruk, het claimgedrag en daarnaast de zelfstandigheid van het kind. Daar werd ik stil van. Ik dacht ‘dit neemt het hele kind in beslag’. Ze moet permanent ‘aan staan’ voor haar moeder. Ik had nooit gedacht dat zoiets kon bestaan in Nederland. Achteraf ben ik er over gaan denken. Dat ik wellicht als leerkracht op school soms ook iets over het hoofd heb gezien. Niet moedwillig natuurlijk, maar omdat ook ik het niet herkende.” Het emotioneert hem zichtbaar want hij ziet de voorbeelden nog levendig voor zich. “Ik herinner me een hele zachtaardige jongen die soms niet presteerde, zijn werk niet afleverde en daarop keihard werd afgerekend door zijn leraar. Later hoorde ik hoe moeilijk hij het thuis had. Dat is heftig en heel verdrietig. Je wilt niet dat dat met kinderen gebeurt!”
‘Er moet balans zijn tussen belasting en draagkracht; als belasting te zwaar wordt kan het mis gaan. Dáárom is signalering zo belangrijk!’
Het klinkt tegenstrijdig, maar jong mantelzorger zijn heeft ook heeft ook positieve kanten. En ook niet iedereen heeft er evenveel last van. Maar begrip en een schouderklopje zijn nooit weg. Mantelzorgende jongeren zijn vaak zelfstandiger. Ze zijn praktischer ingesteld, hebben geleerd om met mensen om te gaan en zijn vaak vroegwijs. Maar negatieve aspecten zijn dat ze minder tijd hebben om met leeftijdsgenoten om te gaan, of bijvoorbeeld niet kunnen deelnemen aan sportieve of culturele evenementen.
Het kind kan soms geen kind meer zijn en is overbelast. Er moet een balans zijn tussen belasting en draagkracht. Als de belasting te zwaar wordt dan kan het mis gaan. Noodgedwongen krijgen de mantelzorgers taken toebedeeld waarvan je je kunt afvragen: moet je dat bij een kind neerleggen?
In die situaties gaat het vaak niet anders, je ontkomt er niet aan. Dan is het zaak dat de omgeving zoveel mogelijk van de situatie op de hoogte is. Dat gebeurde vroeger niet, maar tegenwoordig nog steeds niet. Werkgevers, bedrijven, gemeenten; op allerlei gebieden komt mantelzorg voor het voetlicht – ook door certificering- maar op scholen is dat nog lang niet altijd het geval.
Het is goed dat daar nu meer aandacht voor komt.
‘Mantelzorgen; ik kende het woord niet eens. Samen zorgen we voor Bram
Dat lukt ons goed. Ik weet niet beter’
Pepijn zorgt samen met zijn ouders en zusje voor zijn broertje Bram. Pepijn en Bram zijn een twee-eiige tweeling van 20 jaar. Dat maakt van Pepijn een jonge mantelzorger.
Bram heeft het syndroom van down en klassiek autisme. Mijn broer is hulpbehoevend maar we helpen hem allemaal. Dat scheelt natuurlijk een hele hoop. Ik doe het uit liefde, met veel plezier en haal daar voldoening uit. Maar er zijn natuurlijk ook momenten dat ik hem het liefst achter het behang plak of er gewoon geen zin in heb. Misschien helpt het onbewust wel dat we een tweeling zijn. Ondanks onze uiterlijke verschillen (Bram is 1.60 en ik bijna 2.00 meter) en we allebei een totaal ander leven leiden zijn er onmiskenbaar overeenkomsten. Zo zijn we allebei graag thuis. Daar zitten we heerlijk in onze eigen, gezellige en veilige cocon in een hecht gezin. Tussen Bram en mij bestaat een connectie, een soort chemie als het ware.
Ambassadeur Jonge Mantelzorgers Parkstad – ‘Je wilt cool gevonden worden als jongere – dan deel je je mantelzorgverhaal niet zo snel en dáárdoor blijft de jonge mantelzorger onzichtbaar’
Ambassadeur Jonge Mantelzorgers in Parkstad. Die rol vervult Pepijn nu al een aantal jaren. Hij kijkt al een beetje uit naar wie in de toekomst zijn rol kan overnemen maar wil op de achtergrond blijvend meehelpen. ‘Er heerst nog steeds een taboe op de jonge mantelzorger. Je wilt cool gevonden worden als jongere en dan deel je je mantelzorgverhaal verhaal niet zo snel. Daardoor blijft de jongere mantelzorger vaak onzichtbaar. Vind jonge mantelzorgers maar eens, Dat lukt je niet! Op de middelbare school speelde dat bij mij ook. Meer dan dat het nu het geval is. Tegenwoordig praat ik er heel makkelijk over, maar dat moet je leren. Ik ben júist supertrots op Bram en dat mag iedereen weten! Ik wil daarom een lans breken om jonge mantelzorgers aan te moedigen om gewoon over het onderwerp te praten. Ze zijn onzichtbaar omdát ze er niet over praten terwijl een kwart van de jongeren toch écht mantelzorger is. Maar ík kan ze je niet aanwijzen. Dat kon ik niet op de middelbare school niet als student al helemaal niet. Je weet het niet van elkaar. Ook de scholen hebben vaak geen enkel beeld bij de jonge mantelzorger. Op middelbare scholen in geringe mate, maar in het hoger onderwijs al helemaal niet. Wie je als mens bent, wat je nodig hebt; daar wordt niet voldoende naar gekeken. Sommige schoolvakken sluiten onvoldoende aan op de realiteit van de maatschappij. Het zou goed om meer bewustzijn te creëren. Je moet leren afwegen wat belangrijk is. Docenten weten niet waarom je vaak te laat bent of je zaken niet op tijd af hebt of te laat inlevert. Als je elke dag een zorgtaak hebt, heb je gewoon minder tijd om te studeren. Bij mij speelt dit gelukkig niet. Maar ik realiseer me dat ik in een bevoorrechte situatie verkeer en dat het bij andere jonge mantelzorgers moeilijker kan liggen. Het schoolsysteem is prestatiegericht maar er kunnen situaties zijn waardoor je niet alle ballen in de lucht kunt houden. Een intakegesprek bij leerlingen en studenten juich ik daarom van harte toe.’
‘Als ik naar Bram kijk zie ik dat hij écht gelukkig is. Ik heb me er ook nooit schuldig over gevoeld dat ik gezond ben en hij niet. Hij heeft een andere rijkdom, maakt zich geen zorgen over wat andere mensen van hem vinden of denken. Hij vindt het goed zoals het is. En als dan niet zo is laat hij je dat ook duidelijk merken. Hij is puur!’
Bram is eigenlijk supersterk dat moet je niet onderschatten. Hij gaat met je om zoals híj dat wil. Bij hem heb je altijd je volle aandacht nodig. Meestal is hij goed gemutst maar uiteraard ook niet altijd. Als hij slechte zin heeft kun je niks met hem beginnen. In programma’s waar jongeren met het syndroom van Down meedoen wordt vaak een goed bedoeld, maar eenzijdig beeld geschetst, een ‘happy beeldvorming’. De keerzijde wordt niet helder in beeld gebracht. Niet alles kan bij Bram. Restaurantbezoek daar moet je hem op voorbereiden. Je moet hem niet verrassen. Hij wil weten waar hij aan toe is. Daarom is dagbesteding ook goed voor hem.
Daar leert hij met anderen omgaan, verschillende dingen te doen zoals yoga oef zwemmen maar er moet wel wat structuur zijn want hij wil weten wat er op een dag op het programma staat. Als we Bram zijn gang lieten gaan zat hij het liefst de dag hele dag op de bank met zijn koptelefoon, weggedoken in zijn eigen wereld.
Mijn droom voor Bram
Daar heb ik wel een beeld bij. Ik zou graag meemaken dat mantelzorg wèl als ‘cool’ wordt gezien. Ik zou willen dat de maatschappij Bram gaat zien als iemand die dezelfde basisbehoeften heeft als jij en ik. Dat er niet naar hem wordt gekeken als een ánder soort mens, maar naar een mens met andere behoeften. In een maatschappij waar we zogenaamd allemaal uniek mogen zijn zie ik dat lang niet altijd terug. De buitenwereld kijkt in eerste instantie altijd vragend naar Bram, maar ze horen en zien hem niet echt. Mantelzorg zal in de nabije toekomst een nóg belangrijker rol gaan spelen. Daar wil op mijn eigen manier proberen een steentje aan bij te dragen. Onlangs ben ik toegetreden tot Mantó, een koepelorganisatie van Burgerkracht Limburg die zich inzet voor mantelzorg in onze provincie. Of misschien dat ik door mijn studie Toegepaste Psychologie straks mogelijkheden zie die van betekenis kunnen zijn.
Bram en de toekomst
Hoe ik de toekomst voor Bram zie? Ooit, als we dat niet meer kunnen bieden, zal Bram uit huis moeten, want hij heeft 24/7 hulp nodig. We zijn bezig om fijne plek voor hem te zoeken, een plek waar hij naar toe kan als dat écht nodig is. Maar als ik zelf ooit een gezin heb zal Bram daarin altijd een belangrijke rol spelen. Ik blijf altijd dicht bij hem in de buurt. Mijn toekomstige partner moet kunnen begrijpen dat Bram bij me hoort. Daar ben ik heel open over, want voor mij en ons gezin is dat vanzelfsprekend. Als je het niet gewend bent dan moet je het wel kunnen accepteren en er mee kunnen leven.
‘Hakuna Matata – Maak je geen zorgen, zorg dat je geniet!’
Bram is een Disneyfanaat. Hij is superrelaxed en laat zich door niemand opjagen. Daar kunnen we nog van leren. Tijd geldt niet voor hem. Hij houdt hij ons een spiegel voor: ‘Hakuna Matata: maak je geen zorgen, zorg dat je geniet’. Hét credo van de bekende serie van Timo en Pumbaa (gebaseerd op de Disneyfilm De Leeuwenkoning). Dat is de les die Bram ons iedere dag opnieuw voorhoudt.
En eerlijk is eerlijk: eigenlijk is die les zo gek nog niet…
De afgelopen maanden zijn wij samen met burgers in gesprek gegaan over de toekomst van de ‘Zorg in de Mijnstreek‘. Tijdens elke Praat Mee tafel haalden wij hun mening op en legden deze vast in verslagen en presentaties. De regietafel leest en bespreekt de inbreng van de Praat Mee tafels en neemt dit mee in hun besluit over de toekomst van de ‘Zorg in de Mijnstreek’.
Zoals jullie weten zijn er verschillenden varianten mogelijk over hoe de toekomst van de ‘Zorg in de Mijnstreek’ vormgegeven kan worden. Mede door de inbreng van de burgers van de Praat Mee tafels, de brede stakeholdergroep (huisartsen, ambulance, andere ziekenhuizen en zorgpartners), de zorgmedewerkers, gemeenten en provincie heeft de regietafel een besluit genomen.
Dit is het besluit:
De locaties in Heerlen en Sittard-Geleen blijven beiden dag en nacht (24/7) geopend en beschikbaar voor spoedzorg.
Nu kun je denken, mooi, het besluit om één ziekenhuis te sluiten is van de baan. En dat is ook waar de meeste burgers, professionals, de politiek en stakeholders zich zorgen over maakten. Maar we zijn er nog niet. Het goede nieuws is dus dat beide locaties openblijven, maar wat betekent dat precies?
Er is gekozen om zowel de locatie in Heerlen als in Sittard -Geleen open te houden.
Dit betekent dat patiënten uit de hele regio in Heerlen én Sittard-Geleen terecht kunnen voor planbare zorg. Planbare zorg is zorg waar jezelf een afspraak voor maakt zoals bij de poliklinieken, dagbehandeling en operaties die van tevoren zijn ingepland met de patiënt. Tevens blijven er op beide locaties bedden. Dat betekent dat beide locaties dag en nacht dus 24/7 open zijn. Bij nood heeft iedereen een ziekenhuis in de buurt.
Wat betekent dit voor de spoedzorg en de SEH?
Dit moet nog verder worden uitgewerkt. We zijn dan ook nog niet aan het einde van het proces aangekomen. Dit is echter wel al een hele grote stap! Nu we weten dat beide locaties openblijven kunnen we samen verder gaan kijken. Ook deze keuze gebeurt in samenspraak met de deelnemers van de Praat Mee tafel, de brede stakeholdergroep, zorgmedewerkers, gemeenten en provincie. Want met de stappen die we nu zetten is de oorsprong van het probleem, het personeelstekort niet zomaar opgelost.
We gaan samen bekijken bij welke locatie de zogenaamde ‘hoog complexe acute zorgvragen’ worden opgevangen, en welke locatie bereikbaar moet zijn voor de zorgvragen, die minder complex zijn. De minder complexe zorgvragen zijn de meest voorkomende zorgvragen. De keuze van welke vorm van spoedzorg op welke locatie komt, is dus nog niet gemaakt. Hier geven we, zoals gezegd, samen vorm aan. Dit doen we in samenwerking met huisartsen, ambulance, ziekenhuizen en andere zorgpartners. Zodat we er samen voor zorgen dat de zorg beschikbaar, bereikbaar en kwalitatief hoogstaand blijft.
Gaat er dan zoveel veranderen?
We verdelen nu ook al de behandelingen over de locaties heen. Als je niet vaak in een ziekenhuis komt is het je wellicht minder bekend maar er vindt nu al een verdeling plaats over de locaties Heerlen en Sittard-Geleen en ook het MUMC.
Hoe ziet de verdeling van behandelingen eruit?
In het kort kunnen we aangeven dat bijna 40 procent van alle behandelingen zijn verdeeld tussen de beide Zuyderland locaties. Dat zal straks ook zo zijn. Het zorgaanbod op beide locaties zal elkaar aanvullen, zodat de twee locaties samen voorzien in een totaal zorgaanbod voor Zuid-Limburg. We werken ook nu al nauw samen met het MUMC, de academische partner in de regio. Patiënten met een hartinfarct worden bijvoorbeeld al jaren voor de helft van de tijd naar het MUMC gebracht en de andere helft van de tijd naar Zuyderland. Patiënten met een ernstig trauma worden altijd naar het MUMC gebracht. Ook is er nog een andere onderverdeling van expertises waarbij patiënten uit Zuid-Limburg al jaren naar het MUMC of Zuyderland gaan. Zo reizen patiënten die onder andere leverchirurgie of hartchirurgie moeten ondergaan, al jaren voor hun behandeling naar Maastricht en patiënten met slokdarmtumoren of maagtumoren naar één van de Zuyderland ziekenhuizen.
Hoe gaan we nu verder?
We gaan nu samen de gekozen variant verder uitwerken. We hebben de afgelopen weken samen met de burgers gekeken naar de diversiteit van de Zuid-Limburgers. En we hebben groepen burgers met specifieke kenmerken benoemd. Deze groepen gebruiken we nu om het besluit verder uit te werken. Door de groepen te benoemen kunnen we beter zien welke voor- en nadelen dit besluit heeft en welke oplossingen we hiervoor kunnen vinden. Ook deze keuze gebeurt dit in samenspraak met de deelnemers van de Praat Mee tafel, de brede stakeholdergroep (huisartsen, ambulance, andere ziekenhuizen en zorgpartners), de zorgmedewerkers, gemeenten en provincie. En vanavond op 18 maart gaan we hierover alweer in gesprek met de deelnemers van de Praat Mee tafels.
Want nu dit besluit is genomen, kunnen we weer stappen gaan zetten. De regietafel hoopt dan ook eind april uitsluitsel te kunnen geven over het nieuwe plan.
Heb je nog vragen? Stel ze gerust via praatmee@burgerkrachtlimburg.nl
De Federatie Gehandicapten organisaties van Limburg bestaat 40 jaar! FGL komt al die jaren op voor de belangen van mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening in de provincie Limburg onder het motto: met elkaar, voor elkaar. Dit jubileum laten ze niet ongemerkt voorbijgaan. Daarom vieren ze het jubileum met een inhoudelijk interessante bijeenkomst met een feestelijk tintje.
FGL staat voor een inclusieve samenleving. Deze jubileumbijeenkomst staat in het teken van: “Hoe geven we handen en voeten aan de invoering van het VN-Verdrag Handicap in onze Limburgse gemeenten?” Met andere woorden: Hoe zorgen we ervoor dat iedereen ook echt mee kan doen?
Voor wie is deze bijeenkomst interessant?
Deze jubileumbijeenkomst is interessant voor beleidsmedewerkers, leden van de achterban, gehandicapten-platforms, adviesraden sociaal domein, ervaringsdeskundigen, belangenorganisaties, gemeenteraadsleden, geïnteresseerde burgers en beroepskrachten.